3x de meest gestelde vragen over de overgang - deel 1

1. Hoe kun je de overgang vaststellen?

Als je 12 maanden lang niet hebt gemenstrueerd ben je officieel in de 'menopauze'. In de periode daarvoor menstrueer je vaak onregelmatig. Maar een onregelmatige menstruatie, dat komt weleens vaker voor. Hoe weet je nou of je echt in de overgang beland bent?

De eerste tekenen waaraan je merkt dat je in de overgang bent
De eerste verandering die je opmerkt is vaak een onregelmatigheid in het normale patroon van je menstruatie. De menstruatie wordt ongewoon licht of zwaar. Of het interval tussen twee menstruaties verandert, om uiteindelijk helemaal niet meer ongesteld te worden. Andere verschijnselen waaraan je de overgang herkent, zijn onder andere:

• Vaginale droogheid en, als gevolg daarvan, pijn bij het vrijen.
• Opvliegers en nachtelijke zweetaanvallen.
• Slaapproblemen.
• Stemmingswisselingen.
• Gewichtstoename.
• Dunner wordend haar en droge huid.
• Stijfheid van gewrichten en pijn.

Uiteraard kunnen de verschijnselen sterk uiteenlopen. Niet iedere vrouw heeft ze allemaal of even erg als de ander.

2. In de overgang, wat gebeurt er nu?

• Premenopauze: Deze fase duurt enkele jaren. In deze tijd produceren de eierstokken langzaamaan steeds minder oestrogeen. De premenopauze duurt tot de menopauze, het moment waarop de eierstokken stoppen met het vrijgeven van rijpe eicellen (de ovulatie).
• Menopauze: Als je een jaar niet meer hebt gemenstrueerd ben je beland in de menopauze. Je ovuleert niet meer en je eierstokken maken geen oestrogeen meer.
• Postmenopauze: Dit zijn de jaren na de menopauze. Overgangsverschijnselen zoals opvliegers verminderen meestal langzaamaan.

De overgang is een natuurlijk onderdeel van het ouder worden. De meeste vrouwen komen zo tussen hun 45e en 55e in de overgang. In een enkel geval worden vrouwen vroegtijdig niet meer ongesteld. Als je in de overgang komt vóór de leeftijd van 40 jaar, heet dit een vroegtijdige menopauze.

3. Waarom kom je in de overgang?

De overgang is waarschijnlijk een biologisch verschijnsel dat het vrouwenlichaam beschermt tegen zwanger worden op latere leeftijd. Sommigen wetenschappers zeggen dat het een eigenschap is die door natuurlijke selectie bij onze voorouders is ontstaan. Bij dieren gaat het niet veel anders. Van veel diersoorten worden de vrouwtjes geboren met een voorraad eicellen die in de loop van hun leven geleidelijk afneemt, net zoals dat bij de vrouwelijke mens gebeurt.